Algemeen Bestuur

Afscheid nemen:
Mevrouw N. Eijsbroek (VVD)
De heer Van Kranenburg (CU), keert terug als duocommissielid

De heer F. van Bork (PvdA)
De heer S. Kapper (VVD)
Mevrouw C. Pleijsier (CU)

De heer P. Michielsen (VVD)

De Rekenkamercommissie heeft het onderzoek naar het energiebeleid van HDSR afgerond in samenwerking met onderzoeksbureau SME.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld door de rekenkamercommissie:
1. Kennis te nemen van de resultaten van het onderzoek van de Rekenkamercommissie.
2. In te stemmen met de aanbevelingen van het rapport.
3. Het Dagelijks Bestuur op te dragen over een jaar de voortgang van de uitvoering van de
aanbevelingen aan het Algemeen Bestuur te rapporteren.

Vooralsnog moet er van uit worden gegaan dat de Omgevingswet per 1 januari 2023 in werking treedt (verderop in het jaar zal er nog een peilmoment zijn om te zien of deze inwerkingtredingsdatum daadwerkelijk gehaald kan worden). Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt de keur dan waterschapsverordening van rechtswege.
Op 4 maart 2020 (agendapunt 3.1) heeft het algemeen bestuur ingestemd met het uitgangspunt dat de keur als basis dient voor de te ontwikkelen waterschapsverordening.
Om te zorgen dat tijdens de overgangsfase naar de waterschapsverordening de dienstverlening op peil blijft is het wenselijk thans enkele kleine aanpassingen te doen aan de keur.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:
1. vast te stellen de tweede wijziging van de keur HDSR 2018 en de artikelsgewijze toelichting, betreffende:
a. wijziging van artikel 3.2 (algemene regels),
b. wijziging van artikel 3.7 (vrijstelling beheer door het waterschap);
c. intrekken van hoofdstuk 3A (overgangsregeling vaarwegbeheer);
d. wijziging van artikel 6.1 (bestaande situaties en vergunningen);
2. deze tweede wijziging van de keur HDSR 2018 in werking te laten treden:
a. voor wat betreft de onderdelen 1. a, b en d, op een nader door het college te bepalen tijdstip kort vóór het van kracht worden van de Omgevingswet;
b. voor wat betreft onderdeel 1. c, op 8 dagen na bekendmaking, nadat het college het
vaarverbod op de Kromme Rijn heeft geregeld en bekendgemaakt met een verkeersbesluit,
en verkeersbesluiten heeft genomen en bekendgemaakt voor ligplaatsen alsmede
ontheffing heeft verleend en bekendgemaakt voor onderhoud;
3. de stakeholders op de gebruikelijke wijze hierover te informeren

Vanuit de synergieprojecten onder het thema Gezond Water werken we met gebiedspartners in potentierijke gebieden om de waterkwaliteit te verbeteren. Haarzuilens is zo`n potentierijk gebied waar de waterkwaliteit achteruit is gegaan. Er is onderzoek uitgevoerd naar de oorzaken van die achteruitgang en ook wat mogelijk is om dit te verbeteren.

Voor de inrichting van 4 nieuwe peilgebieden op natuurpercelen in eigendom bij Natuurmonumenten is een projectplan opgesteld. Doordat de maatregelen ook leiden tot aanpassingen van waterpeilen en peilbeheer, moet hiervoor het peilbesluit worden gewijzigd.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

• het inspraakrapport ‘Wijziging Peilbesluit Haarzuilens 2010 voor de inrichting van natuurpeilgebieden’ (DM 1899983) vast te stellen;
• de Wijziging Peilbesluit Haarzuilens 2010 vast te stellen, overeenkomstig de bij dit voorstel behorende ontwerp-wijziging (DM 1878997).

De rechtbank Midden-Nederland heeft op 11 juli jl. eerdere besluitvorming van uw college vernietigd en geoordeeld dat besluitvorming op de aanvraag tot wijziging van het peilbesluit door het Algemeen bestuur dient plaats te vinden. Om deze reden is concept besluitvorming voor het Algemeen bestuur voorbereid. In de begeleidende informatiememo is een toelichting gegeven op het besluitvormingsproces.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:
1. verzoeker te berichten dat diens in het ingekomen stuk (DM1735979) verwoorde verzoek tot hetpartieel wijzigen van het peilbesluit ‘Tussen Kromme Rijn en Amsterdam-Rijnkanaal' (DM1735979)wordt afgewezen;
2. daartoe in te stemmen met de bij dit voorstel behorende (ontwerp-)reactie (DM1900237) op dit
verzoek en met de daarin opgenomen inhoudelijke toelichting.

Op 8 maart jl. heeft het algemeen bestuur de Zuiveringsvisie 2050 ‘Samen meer waarde halen uit de waterketen’ vastgesteld. Een van de onderdelen uit deze visie is de slibstrategie. Hoe gaan we om met ons zuiveringsslib op de lange termijn? We willen de verwerking van ons slib verduurzamen (energie en grondstoffen terugwinnen). Maar hoe organiseren we dit, terwijl de continuïteit gewaarborgd blijft?
In de commissie BMZ van 8 februari jl. is in dit kader gesproken over een verkenning naar een aandeelhouderschap van N.V. Slibverwerking Noord-Brabant (hierna SNB). De commissie oordeelde positief op de genoemde verkenning en heeft het college mandaat gegeven om een intentieovereenkomst met SNB te sluiten ‘voor nader onderzoek naar de toetreding van HDSR als aandeelhouder tot SNB’. Deze verkenning zou dan, na goed gevolg, na de zomer leiden tot een voorstel aan het bestuur om aandeelhouder van SNB te worden. Het voorliggende voorstel is de uitwerking van deze afspraak.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:
1. In te stemmen met toetreding als 14% (1/7) aandeelhouder tot N.V. Slibverwerking Noord-Brabant per 1-1-2023;
2. Voor deze toetreding in totaal € 7.636.000 beschikbaar te stellen om de aankoopprijs te voldoen;
3. Voor de overwaarde (€ 5.250.000 van de genoemde aankoopprijs) een nieuwe afschrijvingscategorie onder financiële vaste activa op te nemen genaamd ‘deelneming SNB’ met een afschrijvingstermijn van 15 jaar en deze afschrijvingskosten te dekken middels een in te stellen bestemmingsreserve gevoed vanuit de vrijval van bestemmingsreserve sloop rwzi Utrecht;
4. Garant te staan door middel van een maximale garantstelling van € 7.700.000 voor de externe financiering van de activiteiten van N.V. Slibverwerking Noord-Brabant, met als zekerheid recht van hypotheek op de grond, gebouwen en installaties van N.V. Slibverwerking Noord-Brabant;
5. Een uitsluitend recht aan N.V. Slibverwerking Noord-Brabant te verstrekken voor het verwerken van het zuiveringsslib van HDSR, zoals bedoeld in art. 2.24 sub a van de aanbestedingswet;
6. Het college mandaat te verstrekken om ter uitvoering van dit besluit de hiervoor benodigde overeenkomsten te sluiten en ook de in dit verband noodzakelijke besluiten te nemen en uitvoeringshandelingen te verrichten.

Eind 2019 is HDSR binnen het Programma Klimaatadaptatie gestart met het project Toekomstbestendig Watersysteem (TBWS). In de eerste fase is de visie TBWS opgesteld. Het AB heeft in maart 2021 ingestemd met de verdere uitwerking van de in de visie opgenomen adaptatiestrategie. Deze strategie is verder uitgewerkt naar een strategie per deelgebied. Deze uitwerking per deelgebied, waarbij het regionale en boven-regionale watersysteem als apart deelgebied zijn opgenomen, is in juni 2022 afgerond. Tijdens de AB-avond op 22 juni zijn de resultaten binnen het AB besproken. Het eindproduct bestaat uit een rapportage en een kaartenatlas (bijlagen 1 en 2). Deze zijn met u gedeeld. Een toelichting op de rapportage en de kaartenatlas vindt u in bijlage 3). Vragen naar aanleiding van deze producten zijn besproken tijdens een technisch vragenuur voorafgaand aan de SKK vergadering op 15 september 2022 en schriftelijk beantwoord.

Het algemeen Bestuur wordt voorgesteld:
om met de verworven inzichten uit het rapport Toekomstbestendig Watersysteem (juni 2022) en gebruikmakend van de vastgestelde adaptatiestrategie (AB, maart 2021) voor de middellange termijn per deelgebied de strategie voor een Toekomstbestendig Watersysteem vast te stellen, waarbij de aangegeven hoofdstrategie geen uitsluiting van de andere betekent, hetgeen per onderdeel het volgende inhoudt:

• Boven-regionaal en regionaal watersysteem
voor het toekomstbestendig maken van het (boven-)regionale watersysteem wordt de nadruk gelegd op de beheerstrategie, hetgeen het verder vergroten van de capaciteit/vermogen van het watersysteem betekent;
• Veenweide
mits passend binnen de provinciale aanpak (verantwoording provincie) en passend binnen het operationele waterbeheer, daarbij de consequenties en risico’s afwegend voor wateroverlast en watertekorten:
o actief meewerken en -doen, daar waar transitie aan de orde is;
o actief meewerken, daar waar initiatief aan de orde is voor aanpassingen aan de bedrijfsvoering (landbouw);
• Stedelijk gebied
o voor bestaand stedelijk gebied in te zetten op de aanpassingsstrategie, waarbij samen met gemeenten, bewoners, bedrijven en lokale leveranciers (bijv. hoveniers) invulling wordt gegeven aan een ’klimaatbestendige leefomgeving’;
o voor nieuwbouw/herstructurering in te zetten op de transitiestrategie, nu hierbij sprake is van een totaal nieuwe situatie, waarbij de inrichting van het gebied nog open ligt;
• Heuvelrug
herstel van het watersysteem wordt als uitgangspunt genomen, hetgeen gepaard gaat met een combinatie van de 3 strategieën: beheer-, aanpassings- en transitiestrategie en een verschuiving richting transitiestrategie betekent;
• Rivierengebied
een beperkte opgave binnen het Rivierengebied, dankzij eerdere investeringen en een passende functie, hetgeen het handhaven van de huidige aanpak (voornamelijk beheerstrategie) betekent en oog blijven houden voor ontwikkelingen.

Het doel van dit voorstel is om de verantwoordelijkheden i.r.t. de Grootonderhoudsplannen van HDSR eenduidig vast te stellen en om het proces met betrekking tot bestuurlijke kaderstelling vast te leggen.

Hiermee wordt de ambtelijke organisatie in staat gesteld om de instandhoudingsopgaven doelmatig en efficiënt tot uitvoering te brengen. Anderzijds wordt het (algemeen) bestuur in de gelegenheid gesteld om kaders vast te stellen voor het groot onderhoud en deze te herzien op vastgestelde momenten.

Op deze wijze sluit het vaststellen en herzien van bestuurlijke kaders goed aan op het volwassenheidsniveau van assetmanagement binnen HDSR en het systematisch programmeren van het onderhoud aan de assets binnen het areaal, conform de vigerende bestuurlijke doelstellingen en ambities.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:
In te stemmen met de in het voorstel beschreven werkwijze t.b.v.de bestuurlijke kaderstelling Groot Onderhoud, hetgeen onder meer inhoudt dat de bestuurlijke kaders voor de Grootonderhoudsplannen eens per 4 jaar worden herzien.

De GHIJ is in 2013 overgenomen van Rijkswaterstaat (RWS). Bij deze overname is tevens een groot aantal strekkingen oevers, waar RWS onderhoudsplichtig was, overgenomen.
Oevers die in slechte staat verkeren, worden in fases vervangen. Deze kredietaanvraag handelt over de oevers aan de zuidkant van de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel tussen Oudewater en Montfoort. De oeverwerkzaamheden worden uitgevoerd in combinatie met herstel van de regionale waterkering langs deze strekkingen.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

1. een krediet ter grootte van € 6.000.000 beschikbaar te stellen voor het vervangen van de oevers ter hoogte van Willeskop tussen Oudewater en Montfoort langs de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel (GHIJ).
2. Het vervangen van deze oevers te combineren met herstel van de regionale waterkering, deel Willeskop.
3. Dit krediet toe te voegen aan het GOP RWK.
4. Het krediet te dekken uit de Bestemmingsreserve GHIJ.