Commissie BMZ

Een begrotingswijziging is het instrument van het algemeen bestuur om gedurende een jaar bijstellingen op de vastgestelde jaarbegroting door te kunnen voeren. Hiermee wordt de norm- en taakstellende functie van de begroting geborgd. Het college stelt tweemaal per jaar een bestuursrapportage (Burap) vast over de voortgang en afwijkingen van de in de begroting opgenomen uitgangspunten. 
De in de Burap vermelde afwijkingen en ontwikkelingen worden vervolgens vertaald in een door het algemeen bestuur vast te stellen begrotingswijziging voor zover deze voldoen aan de hiervoor geldende criteria, die zijn opgesteld in overleg met de commissie BMZ (rechtmatigheid, uitwerking besluiten van het algemeen bestuur en transparantie). 
In de voorgestelde 1e begrotingswijziging 2024 komt de bijstelling op de exploitatie aan de orde, die voortvloeit uit de 1e Burap 2024 en die aan deze criteria voldoen. 
De Bestuursrapportage over het eerste tertaal is in een apart document meegestuurd met de stukken.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

De 1e begrotingswijziging 2024 vast te stellen, waarbij
1a. Het verschil tussen de netto kosten en belastingopbrengsten een positief resultaat van € 1,277 miljoen oplevert, welk resultaat is opgebouwd uit de volgende elementen:
i. Een verlaging van de afschrijvingskosten met € 751.000
ii. Een verlaging van de personeelskosten met € 458.200
iii. Een verhoging van de overige kosten met € 1,826 miljoen
iv. Een verhoging van de overige opbrengsten met € 717.000
v. Een verhoging van de onttrekking aan de bestemmingsreserves met € 1,777 miljoen
vi. Een verlaging van de belastingopbrengsten met € 600.000;
1b. Er een lagere onttrekking aan de egalisatiereserves plaatsvindt van € 1,277 miljoen;
Waarvan € 1,097 miljoen uit de tariefegalisatiereserve Watersysteemheffing en € 181.000 uit de tariefegalisatiereserve Zuiveringsheffing.

De bedrijfsgebouwen van Zuiver zijn essentieel voor een vakkundige uitvoering van onze zuiveringstaak. Binnenkort moeten deze gebouwen echter verduurzaamd worden. In Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is nl. opgenomen dat bedrijfsgebouwen voor 1-1-2030 moeten voldoen aan energielabel A. Tevens moeten gebouwen voldoen aan energiebesparingsplicht conform Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Daarnaast heeft het algemeen bestuur in de duurzaamheidsagenda 2020 de ambitie vastgesteld om in 2050 95% minder broeikasgassen uit te stoten ten opzichte van 1990. Het streven is om uiteindelijk klimaatneutraal en fossielvrij te zijn. Het aardgasvrij maken van onze gebouwen is een onderdeel hiervan. Na vaststelling van de duurzaamheidsagenda zijn er nog twee ontwikkelingen sterk bepalend geworden in onze kijk op aardgas. Dat zijn (i) de oorlog in Oekraïne en de onafhankelijkheid van Russisch gas en (ii) het besluit van de overheid om definitief te stoppen met de aardgaswinning in Groningen. In 2020 is een studie uitgevoerd naar de technische en financiële haalbaarheid om de gebouwen van HDSR aardgasvrij te maken. Concreet betekent dit dat de huidige verwarming met gasgestookte cv-ketels wordt vervangen door elektrische warmtepompen die werken met lage temperatuur verwarming. Ook om dat te bereiken moeten de gebouwen verduurzaamd cq. goed geïsoleerd worden.
Ongeveer 2/3 van de kosten voor dit voorstel zijn nodig voor het verduurzamen (energiebesparende maatregelen /realiseren van energielabel A) en de overige 1/3 voor het aardgasvrij maken (aanleg warmtepomp etc.) van de bedrijfsgebouwen.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

In het kader van het verduurzamen en aardgasvrij maken van de bedrijfsgebouwen op onze zuiveringsterreinen een moederproject in te richten en hier in eerste instantie een kredietbedrag van € 1.820.000 aan toe te kennen, waarvan € 750.000 is bestemd voor de voorbereidingskosten van alle bedrijfsgebouwen en € 1.070.000 voor de uitvoering van de eerste drie bedrijfsgebouwen en de kosten hiervoor te dekken uit de zuiveringsheffing.