Algemeen Bestuur

Een begrotingswijziging is het instrument van het algemeen bestuur om gedurende een jaar bijstellingen op de vastgestelde jaarbegroting door te kunnen voeren. Hiermee wordt de norm- en taakstellende functie van de begroting geborgd. Het college stelt tweemaal per jaar een bestuursrapportage (Burap) vast over de voortgang en afwijkingen van de in de begroting opgenomen uitgangspunten. De in de Burap vermelde afwijkingen en ontwikkelingen worden vervolgens vertaald in een door het algemeen bestuur vast te stellen begrotingswijziging voor zover deze voldoen aan de hiervoor geldende criteria, die zijn opgesteld in overleg met de commissie BMZ (rechtmatigheid, uitwerking besluiten van het Algemeen bestuur en transparantie).
In de voorgestelde 1e begrotingswijziging 2023 komen de bijstellingen op de exploitatie en op de investeringsbegroting aan de orde die voortvloeien uit de 1e Burap 2023 en die aan deze criteria voldoen.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

De 1e begrotingswijziging 2023 vast te stellen, waarbij

1a. Het verschil tussen de netto kosten en belastingopbrengsten een negatief resultaat van € 1,599 miljoen oplevert, welk resultaat is opgebouwd uit de volgende elementen:
i. Een verhoging van de rentekosten met € 525.000
ii. Een verlaging van de afschrijvingskosten met € 672.00
iii. Een verhoging van de overige kosten met € 1,917 miljoen
iv. Een verhoging van de overige opbrengsten met € 48.400
v. Een verlaging van de geactiveerde personeelskosten met € 911.500
vi. Een verhoging van de geactiveerde rente met € 175.600
vii. Een verhoging van de onttrekking aan de bestemmingsreserves met € 858.000
1b. Er een extra onttrekking aan de egalisatiereserves plaatsvindt van € 1,599 miljoen; Waarvan € 648.000,- uit de tariefegalisatiereserve Watersysteemheffing en € 951.000,- uit de tariefegalisatiereserve Zuiveringsheffing
2. Het volume van de jaarschijf investeringen en projecten 2023 naar beneden wordt bijgesteld met € 7,600 miljoen tot een bedrag van € 72,333 miljoen;
3. Ingestemd wordt met een kredietoverschrijding van het project Groot Onderhoudsplan Regionale Waterkeringen 2017-2024, met een bedrag van € 3,000 miljoen.

Bij deze aanvraag om krediet voor ICT hardware gaat het om middelen voor het vervangen van ICT componenten die technisch verouderd zijn, en economisch reeds volledig afgeschreven. Organisaties die voor haar IT diensten gebruik maken van eigen “hardware” hebben te maken met de technische- en economische levensduur van de verschillende componenten. De technische levensduur wordt o.a. bepaald door het slijten van onderdelen, toenemende vraag naar capaciteit omdat het aantal applicaties waar de organisatie mee werkt groeit, en doordat het aantal gebruikers stijgt. Maar ook omdat de software die erop staat steeds zwaarder wordt. En dat ICT onderdelen niet onbeperkt ge-upgrade kunnen worden. Daarnaast is het zo dat leveranciers verouderde onderdelen technisch gezien niet meer ondersteunen waardoor bv “security updates “ niet meer mogelijk zijn.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

een krediet van € 2,6 miljoen beschikbaar te stellen voor reguliere vervanging van ICThardware in 2024, zoals opgenomen in de begroting 2023

In het project Waterberging en -doorvoer Willeskop werken we aan het geschikt maken van natuurgebied Willeskop voor het bergen van water en richten we een doorvoerroute in van de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel naar de Lek. Daarnaast versterken we de natuur, de ruimtelijke kwaliteit en recreatie om het gebied een kwaliteitsimpuls te geven.
Het algemeen bestuur heeft op 9 maart 2022 het voorkeursalternatief vastgesteld en voor de uitvoering het krediet beschikbaar gesteld. Op 12 december 2022 is het definitieve ontwerp door het college van D&H vrijgegeven voor de inspraak.
Het projectplan vormt de juridische basis voor het uitvoeren van werkzaamheden. Doordat de maatregelen ook leiden tot aanpassingen van waterpeilen en peilbeheer, moet het peilbesluit worden aangepast. Dit moet ter besluitvorming aan het algemeen bestuur worden voorgelegd.

Naast de wijziging voor het project heeft een grote inventarisatie plaatsgevonden naar de peilgebieden in de Lopikerwaard. Bij het nemen van het vigerende peilbesluit waren de waterpeilen van de hoogwatervoorzieningen niet bekend, wat tot de vervolgactie heeft geleid. Met deze wijziging wordt het peilbesluit aangevuld met de geïnventariseerde gegevens van waterpeilen en gebiedsbegrenzingen.

Zienswijzen op ontwerpwijziging peilbesluit
Er zijn op deze ontwerpwijziging peilbesluit twee zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen hebben geen aanleiding gegeven om de ontwerpwijziging peilbesluit aan te passen.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

1. het inspraakrapport Ontwerpwijziging peilbesluiten Lopikerwaard (DM1939830) vast te stellen;
2. de wijziging van de peilbesluiten De Keulevaart 2013, De Pleyt 2013, De Koekoek 2013, De Hoekse Molen 2013 en Oudegein 2014 vast te stellen. conform het bij dit voorstel behorende ontwerpbesluit (DM 1908819).

In het Staatsliedenkwartier in Woerden, is in de afgelopen jaren een nieuwe woonwijk Hof van Leyland en een industrieterrein Breeveld gerealiseerd. Deze ruimtelijke ontwikkelingen en wijziging van functies hebben ook geleid tot aanpassingen aan het waterpeil en het watersysteem. Het vigerend peilbesluit is door deze ruimtelijke ontwikkelingen niet meer actueel en moet worden aangepast.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

1. het peilbesluit ‘Breeveld en Haanwijk’ vast te stellen, conform het bij dit voorstel behorende ontwerp (DM 1953192), waardoor het peilbesluit weer actueel wordt;
2. de wijziging peilbesluiten ‘Driebruggen’ en ‘Stad Woerden 2009’ vast te stellen, conform het bij dit voorstel behorende ontwerp (DM 1953193).

Op 1 juli 2022 is de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) gewijzigd. Deze wetswijziging dient voor 1 juli 2024 in alle gemeenschappelijke regelingen (GR-en) geïmplementeerd te worden. Ook de Gemeenschappelijke regeling het Waterschapshuis (Gr hWh) moet worden gewijzigd. Voordat tot wijziging kan worden overgegaan moet aan de algemene besturen van de waterschappen een zienswijze worden gevraagd over de concept gewijzigde regeling.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:
In te stemmen met deze voorgenomen wijziging van de GR Het Waterschapshuis (hWh) en het bestuur van hWh hiervan in kennis te stellen.

Ingevolge artikel 120, eerste lid, van de Waterschapswet stelt het algemeen bestuur van een waterschap ten behoeve van de watersysteemheffing een verordening vast, waarin voor elk van de categorieën van heffingsplichtigen de toedeling van het kostendeel is opgenomen. Deze verordening staat bekend als de kostentoedelingsverordening. De verordening moet ten minste eenmaal in de vijf jaren worden herzien. Bij de herziening in 2017 is met het Algemeen Bestuur afgesproken de kostentoedelingsverordening elke twee jaar te herzien op basis van de nieuwe inwonertallen en waardeverhoudingen.
Het ontwerpbesluit tot wijziging van de kostentoedelingsverordening heeft, voorafgaand aan de vakantieperiode, ruim 6 weken ter inzage gelegen. Hierop zijn geen zienswijzen ingediend. Logischerwijs is er dan ook geen inspraakrapport opgesteld.

Het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld:
De 6e wijziging van de Kostentoedelingsverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 vast te stellen, conform het bij dit voorstel behorende ontwerp-besluit (DM 1944410).

Het project Irenesluis – Culemborgse Veer heeft als zesde en laatste deeltraject van het programma Sterke Lekdijk binnen planning en budget de verkenningsfase afgerond met een Voorkeursalternatief. In het Voorkeursalternatief wordt het benodigde ruimtebeslag vastgelegd voor de uit te voeren werkzaamheden. Conform de besluitvormingsmatrix Sterke Lekdijk wordt het voorkeursalternatief vastgesteld door het algemeen bestuur.

Het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld
Het Voorkeursalternatief voor Sterke Lekdijk dijkversterkingsproject Irenesluis – Culemborgse Veer (DM 1950186) vast te laten stellen.