Algemeen Bestuur

De eerste en lopende ambtstermijn van dijkgraaf Jeroen Haan loopt tot en met 31 augustus 2025 en daarmee komt ook de opstelling van een aanbeveling door het algemeen bestuur aan de orde, over een herbenoeming per 1 september 2025. In deze concept verordening legt het AB vast hoe een aanbeveling tot herbenoeming (m.i.v. 1 sept. 2025) tot stand komt van de huidige dijkgraaf.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld: 
1. een procedureverordening vast te stellen, om te komen tot een aanbeveling van het algemeen bestuur over de herbenoeming van de dijkgraaf in 2025, conform het bij deze besluitnota behorende ontwerp (DM1994827); 
2. een vertrouwenscommissie in te stellen als bedoeld in artikel 1 van procedureverordening en de heer J. van der Heijden, mevrouw N.A. Teeuwen, mevrouw A. W. van der Veen, mevrouw C.S. Pleijsier en de heer G.G. Stigter te benoemen als leden van deze commissie; 
3. de procedureverordening uit 2019 in te trekken (DM1473246), vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2018.

Hierbij ontvangt u de ontwerp jaarstukken 2023 ter vaststelling door uw algemeen bestuur. De jaarstukken, bestaande uit de jaarrekening en het bestuursverslag, zijn onderdeel van de Planning en Control-cyclus. In deze stukken wordt teruggekeken op het afgelopen jaar.

In de jaarrekening worden de gerealiseerde lasten, opbrengsten en ontwikkeling in investeringen afgezet tegen de begroting (na begrotingswijziging) en worden de effecten daarvan op de stand van het eigen vermogen (reserves) en de balansposities van overige passiva en activa weergegeven en toegelicht.

In het bestuursverslag wordt een meer kwalitatieve evaluatie gegeven van de mate waarin de doelen per beleidsprogramma voor dit jaar zijn gerealiseerd, aan de hand van scores op de effect indicatoren.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

1. de jaarstukken 2023 (DM 1992153 ‘bestuursverslag 2023’ en DM 1989227 ‘jaarrekening 2023’) vast te stellen;
2. het nadelig exploitatieresultaat van in totaal € 9,788 miljoen, welke € 26.000 afwijkt van het begrote resultaat van € 9,814 miljoen, als volgt te verwerken:
I. onttrekking aan algemene reserve watersysteemheffing € 288.000;
II. onttrekking aan algemene reserve zuiveringsheffing € 245.000;
III. onttrekking aan egalisatiereserve watersysteemheffing € 715.000;
IV. onttrekking aan egalisatiereserve zuiveringsheffing € 8,540 miljoen.

Het doel van deze bestuurlijke langetermijnplanning is tweeledig:
- Enerzijds zicht krijgen en houden op wat komen gaat voor de fracties, achterban en samenwerkingspartners. Dit maakt het mogelijk om te plannen en te prioriteren.
- Anderzijds expliciete ruimte geven om als AB zelf onderwerpen aan te dragen of aanpassingen voor te stellen.

De langetermijnplanning is daarmee voor het AB een middel om zelf aan het stuur te zitten en onderwerpen te kunnen behandelen in samenhang met elkaar.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:
1. De geactualiseerde langetermijnplanning, versie zomer 2024, vast te stellen. DM 1995018

Deze Nota Voorkeursalternatief is het resultaat van de verkenningsfase van project Inlaatwerk Kromme Rijn, onderdeel van de tweede fase van het Deltaplan Zoetwater. Door grotere kans op lagere waterstanden in de Lek kunnen we steeds vaker en langduriger niet meer onder vrij verval water inlaten in de Kromme Rijn. Door voor de inlaat bij Wijk bij Duurstede een opvoergemaal en afsluitmiddel te plaatsen, waarborgen we de wateraanvoer voor het Kromme Rijngebied, de stad Utrecht en de Vecht, ontlasten we de watervraag vanuit het Amsterdam Rijnkanaal en waarborgen we tevens de waterbeschikbaarheid voor de KWA+. Dit doen we met financiering van het Deltafonds, vanuit de Bestemmingsreserve KWA Verdieping Nieuwe Waterweg en eigen middelen. 

Begin 2022 heeft het college groen licht gegeven om de verkenningsfase te starten en te komen tot een voorkeursalternatief met benodigde uitvoeringkrediet. Tijdens de verkenningsfase hebben we verschillende bouwstenen en oplossingsrichtingen gedefinieerd om invulling te geven aan de klimaatadaptatieopgave, duurzaamheidsopgave en inpassingsopgave van het project. Door middel van een trechterend proces binnen een uitgebreid afweegkader zijn we uiteindelijk gekomen tot drie kansrijke alternatieven:
1. Gemaal met balgstuw ingepast in de oever
2. Gemaal met klepstuw in het inundatiekanaal
3. Gemaal met persleidingen zonder afsluitmiddel in het inundatiekanaal

In de rapportage van het voorkeursalternatief vindt u de beoordeling en afweging die gemaakt is voor de drie overgebleven kansrijke alternatieven. De oplossing gemaal met balgstuw (Alternatief 1) is gekozen als voorkeursalternatief.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

1. In te stemmen met het beschikbaar stellen van het benodigde krediet van € 15 miljoen voor de planuitwerkingsfase en realisatiefase.
2. In te stemmen om het exploitatiebudget voor het onderhoud van kunstwerken vanaf 2028 jaarlijks te verhogen met € 68.000.
3. In te stemmen om € 2.918.000 van de kapitaallasten te dekken uit de bestemmingsreserve inzet KWA verdieping Nieuwe Waterweg en Botlek.

N.B.: Naar aanleiding van de commissie SKK vergadering van 13 juni 2024 is de bijlage van het collegebesluit van 11 februari 2020 toegevoegd. Hierin is de onderbouwing opgenomen voor de keuze van een permanent gemaal t.o.v. de huidige situatie. Deze uitwerking van de onderbouwing is eind 2019 opgesteld.

Voor u ligt de besluitnota bij de concept-Voorjaarsnota 2024. Deze voorjaarsnota heeft betrekking op de periode van 2025 tot en met 2029. Voor die periode worden zowel het beleidsmatig als het financieel kader voor de uitwerking van de meerjarenbegroting gegeven. In de Begroting 2025 wordt dit kader verder uitgewerkt. De voorjaarsnota voorziet in een netto-kosten stijging als gevolg van exogene ontwikkelingen en 2% ruimte voor nieuwe ambities. Voor het jaar 2025 hoort daar ook het dekkingsvoorstel bestaande uit de belastingopbrengsten en mutaties van de egalisatiereserves bij. De belastingtarieven zullen later bij de begroting 2025 worden vastgesteld.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld om de Voorjaarsnota 2024 vast te stellen en de volgende punten bij de opstelling van de ontwerp-Begroting 2025 als kader en uitgangspunten te hanteren:

1. de in de Voorjaarsnota 2024 geschetste ontwikkelingen en uitwerking van beleid in exploitatie en investeringen en het daarbij horende netto-kosten- en investeringsniveau voor de periode 2025-2029;
2. de daarbij behorende ontwikkeling van de belastingopbrengsten met 7,9% tot € 169,881 miljoen en de doorwerking hiervan in de tarieven voor de heffingen in het begrotingsjaar 2025. Dit in combinatie met inzet van de egalisatiereserves van in totaal € 6,487 miljoen;
3. bij de uitwerking van de Begroting 2025 het saldo van de bestemmingsreserve Gekanaliseerde Hollandse IJssel (GHIJ) ten gunste van de egalisatiereserve watersysteemheffing vrij te laten vallen;
4. van dit saldo eerst € 1,0 miljoen her te bestemmen voor een nieuwe bestemmingsreserve ten behoeve van het oprichten van een revolving fund voor gebiedsgericht werken.

Het Nationaal Programma Landelijk Gebied beoogt het in balans brengen van het landgebruik met de grenzen van de natuurlijke systemen. Een toekomstbestendig water- en bodemsysteem en schoon en gezond water zijn daarbij integrale opgaven. Het algemeen bestuur wordt voorgesteld om een Koersdocument NPLG vast te stellen met als doel:
- een beeld van de wateropgaven die in het NPLG worden uitgewerkt
- vaststellen van een strategische koers waar het waterschap vooral op inzet
- een beeld van de organisatie van de benodigde middelen

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:
1. de Koersnotitie Nationaal programma landelijk gebied HDSR 1.0 vast te stellen.
2. de koersnotitie als basis te gebruiken voor communicatie.

De werkgroep samenwerken en vernieuwen heeft het Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur herzien. Zij hebben hierbij gekeken naar de vraag welke onderdelen van het Reglement van Orde modernisering behoeven en naar welke onderdelen verduidelijking behoeven. Dit is gebeurd op basis van bespreking in de AB werkgroep, input vanuit de voorzitter van algemeen bestuur en vanuit de ambtelijke organisatie. Alle input is door de initiatiefnemers meegewogen en op basis hiervan is het voorliggende voorstel geformuleerd. Uiteraard gaan de initiatiefnemers graag met de commissie en het algemeen bestuur in gesprek over het voorstel en staan zij open voor voorstellen vanuit het algemeen bestuur.

De subopdracht mbt het heroverwegen van de indeling en namen van de commissies BMZ en SKK en het voorstellen van een alternatieve indeling en/of alternatieve benaming uiterlijk zomer 2024 heeft progressie geboekt. Inmiddels is er bij het gehele DB opgehaald welke behoeftes er zijn mbt commissie indeling. 35 van de 39 personen hebben gereageerd, veel dank daarvoor! De AB werkgroep zal nu verder gaan met de uitwerking van 3 scenario's mbt de commissie indeling waarvan 1 scenario de huidige situatie is. Wanneer de uitwerking gereed is wordt u verder geïnformeerd.

Reglement van Orde (huidig): lReglement van orde voor de vergadering van het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl)

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:
Het reglement van orde van het algemeen bestuur van HDSR aan te passen conform het initiatiefvoorstel van de werkgroep Samenwerken en Vernieuwen.