Commissie Waterveiligheid en Waterkwantiteit

Het college heeft op 24 juni jl. de ontwerponteigeningsbeschikking dijkversterkingsproject Culemborgse Veer - Beatrixsluis vastgesteld. Deze beschikking heeft vervolgens gedurende zes weken ter inzage gelegen. Hierop is één (pro forma) zienswijze ingediend. Deze zienswijze heeft (vooralsnog) niet tot aanpassingen in de onteigeningsbeschikking geleid. Deze beschikking wordt nu verder in procedure gebracht.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

1. De onroerende zaken die zijn vermeld op de lijst van 27 mei 2025 (DM 2067007) die behoort bij dit besluit ter onteigening aan te wijzen op naam van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;
2. De rechtbank Midden-Nederland (locatie Lelystad) te verzoeken om dit besluit te bekrachtigen;
3. Het college te belasten met de indiening van dit verzoek tot bekrachtiging bij de rechtbank;
4. Het college op te dragen al datgene te doen (besluiten te nemen dan wel handelingen te verrichten) dat bijdraagt aan de bekrachtiging van dit onteigeningsbesluit;
5. Het college op te dragen om bij het wegvallen van de grondslag of noodzaak van onteigening, de bekrachtigingsprocedure voor de betreffende onroerende zaken te beëindigen;
6. Het college te belasten met de indiening van het verzoek aan de rechtbank tot vaststelling van de schadeloosstelling ten gevolge van de onteigening en de verdere afwikkeling van dat verzoek;
7. Het college te belasten met indiening van het verzoek aan een notaris tot het verlijden van de onteigeningsakte en de verdere afwikkeling van dat verzoek.

Directe aanleiding voor het peilbesluit is een meningsverschil tussen belanghebbenden over het watersysteem in Achthoven-Oost. Naar aanleiding hiervan is het peil opnieuw afgewogen. Het resultaat hiervan is dat de oppervlaktewaterpeilen gelijk blijven, maar het waterschap gaat wel 2 stuwen vervangen op hun oorspronkelijke plek. Daarnaast speelt de ontwikkeling van Rijnenburg in dit peilbesluit. In afwachting van deze ontwikkeling wordt het peil en het watersysteem niet aangepast. Verder zijn er sinds het vorige peilbesluit betere gegevens beschikbaar gekomen over de veldsituatie. Hieruit blijkt dat de praktijk soms afwijkt van het peilbesluit. Het verschil komt doordat het vorige peilbesluit was gebaseerd op onvolledige gegevens. De peilbesluitkaart wordt gecorrigeerd op basis van de nieuwe, verbeterde gegevens, maar in de praktijk verandert er niets.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

1. Het inspraakrapport ontwerppeilbesluit Bijleveld-Heijcop (DM 2063109) vast te stellen;
2. Het peilbesluit Bijleveld-Heijcop vast te stellen conform het bij dit voorstel behorende ontwerp (DM 1966930), onder intrekking van het peilbesluit Rijnenburg vastgesteld bij besluit van 16 juni 2009, waardoor het peilbesluit weer actueel wordt.

In een peilbesluit staat welk waterpeil het oppervlaktewater in een bepaald gebied heeft. Het waterschap heeft de inspanningsverplichting om dit peil te handhaven. Op grond van de Omgevingsverordening van de provincie Utrecht moet het waterschap ervoor zorgen dat peilbesluiten actueel zijn.

Bij toetsing op actualiteit is gebleken dat het vigerende peilbesluit Kamerik Teylingens (2007) op veel vlakken niet actueel is, waaronder de droogleggingsnormen en peilgebiedsindeling. Bovendien zijn sommige plannen uit het watergebiedsplan nooit uitgevoerd. Deze waren wel opgenomen in het peilbesluit. Dit maakt herziening noodzakelijk.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld om:

1. Het inspraakrapport ontwerppeilbesluit Kamerik-Teylingens (DM 2065184) vast te stellen;
2. Het peilbesluit Kamerik-Teylingens (DM 2017122, DM 1931002 en DM 2057027) vast te stellen.