Commissie Financiën en Algemene Zaken

Hierbij ontvangt u de ontwerp jaarstukken 2024 ter vaststelling door uw algemeen bestuur. De jaarstukken, bestaande uit de jaarrekening en het bestuursverslag, zijn onderdeel van de Planning en Control-cyclus. In deze stukken wordt teruggekeken op het afgelopen jaar.

In de jaarrekening worden de gerealiseerde lasten, opbrengsten en ontwikkeling in investeringen afgezet tegen de begroting (na begrotingswijziging) en worden de effecten daarvan op de stand van het eigen vermogen (reserves) en de balansposities van overige passiva en activa weergegeven en toegelicht.

In het bestuursverslag wordt een meer kwalitatieve evaluatie gegeven van de mate waarin de doelen per beleidsprogramma voor dit jaar zijn gerealiseerd, aan de hand van scores op de effect indicatoren.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

1. de Jaarstukken 2024 (DM 2064141 ‘Bestuursverslag 2024’ en DM 2063010 ‘Jaarrekening 2024’) vast te stellen;
2. akkoord te gaan met het instellen van een bestemmingsreserve Verkiezingen;
3. het exploitatieresultaat van in totaal -/- € 8,391 miljoen, dat € 2,480 miljoen positiever is dan het begrote exploitatieresultaat van -/- € 10,871 miljoen te verwerken en € 330.000 aan de nieuwe bestemmingsreserve Verkiezingen te doteren:
I. toevoeging aan egalisatiereserve watersysteemheffing € 488.000;
II. onttrekking aan egalisatiereserve zuiveringsheffing € 9,209 miljoen;
III. toevoegen aan de bestemmingsreserve Verkiezingen € 330.000.
4. kennis te nemen van het Accountantsverslag 2024 en de reactie hierop van het college.

Voor u ligt de besluitnota bij de concept-Voorjaarsnota 2025. Deze voorjaarsnota heeft betrekking op de periode van 2026 tot en met 2030. Voor die periode worden zowel het beleidsmatig als het financieel kader voor de uitwerking van de meerjarenbegroting gegeven. In de Begroting 2026 wordt dit kader verder uitgewerkt. De Voorjaarsnota voorziet voor 2026 in een stijging van de begrote netto kosten van 8,3%. Voor het jaar 2026 hoort daar ook het dekkingsvoorstel bestaande uit de belastingopbrengsten en mutaties van de egalisatiereserves bij. De belastingtarieven worden later bij de begroting 2026 vastgesteld.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld om:
1. de Voorjaarsnota 2025 (DM 2064198) vast te stellen en dit als uitgangspunt te nemen bij het opstellen van de ontwerp-Begroting 2026;
2. de daarbij behorende ontwikkeling van de belastingopbrengsten met 8,3% tot € 184,946 miljoen, in combinatie met inzet van de egalisatiereserves van in totaal € 8,792 miljoen, als uitgangspunt voor de dekking aan te houden.

Omdat er vanaf 1 januari 2026 een nieuw belastingstelsel van kracht is moet de kostentoedeling van de watersysteemheffing op basis van gewijzigde uitgangspunten worden vastgesteld. Daarom wordt in november 2025 een geheel nieuwe kostentoedelingsverordening door het algemeen bestuur vastgesteld. Na consulatie in de commissievergadering van 25 maart volgt in deze besluitnota de stap om de nieuwe ontwerp-kostentoedelingsverordening voor de inspraak door het algemeen bestuur vast te laten stellen.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:
1. Als uitgangspunt voor de verdeling van de kosten van de watersysteemheffing de rekenkundige uitkomst volgens kostentoedelingsmethode van het nieuwe belastingstelsel te hanteren;
2. Een tariefdifferentiatie van -75% voor de categorieën Ongebouwd, Gebouwd en Natuur voor waterberging in te voeren;
3. De tariefdifferentiatie binnen de categorie Ongebouwd voor verharde, openbare wegen van 100% in stand te houden;
4. Buiten die voor waterbergingen en wegen geen nieuwe tariefdifferentiaties in te voeren;
5. In de voorkomende gevallen dat meerdere tariefdifferentiaties op een object van toepassing zijn de verschillende percentages bij elkaar op te tellen;
6. Geen gebruik te maken van de mogelijkheid om bepaalde kosten direct aan bepaalde categorieën belastingplichtigen toe te wijzen;
7. Het bij dit voorstel behorende ontwerp-besluit Kostentoedelingsverordening watersysteemheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (DM 2063843) vrij te geven voor inspraak;
8. De kostentoedelingsverordening, totdat het algemeen bestuur daar anders over besluit, eenmaal in de 2 jaren te herzien.

Voor u ligt de geactualiseerde langetermijnplanning van het AB voor het derde kwartaal 2025 tot en met het eerste kwartaal van 2027 (bijlage A). Met het oog op de projecten die de huidige bestuursperiode overstijgen, is ook een blok ‘volgende bestuursperiode’ opgenomen. De langetermijnplanning is onderverdeeld in strategische thema’s die aansluiten op het waterbeheerprogramma, het coalitieprogramma en de begroting.

De nota van toelichtingen voorziet in een leeswijzer bij de kolommen in de langetermijnplanning; in het bijzonder bij de aanvullingen en wijzigingen die op grond van deze actualisatieronde zijn opgenomen (bijlage B). De nota van toelichtingen biedt daarmee ook achtergrond en context bij de langetermijnplanning.

Het proces voor het actualiseren van de langetermijnplanning is ten opzichte van de vorige actualisatieronde (in december 2024) verder aangescherpt en gestructureerd. De langetermijnplanning is voorafgaand aan behandeling in het AB besproken in de portefeuillehoudersoverleggen (in april 2025) en in het fractievoorzittersoverleg (op 9 april 2025). Zowel vanuit de portefeuillehoudersoverleggen als vanuit het fractievoorzittersoverleg zijn aanvullingen gekomen voor de langetermijnplanning. Daarna is de geactualiseerde versie aan het college voorgelegd. Als bijlage C is het stroomschema bijgevoegd waarin het bestuurlijke proces schematisch is weergegeven.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:
1. de geactualiseerde langetermijnplanning (DM 1971971), versie juli 2025, vast te stellen.