Commissie Financiën en Algemene Zaken

Een begrotingswijziging is het instrument van het algemeen bestuur om gedurende een jaar bijstellingen op de vastgestelde jaarbegroting door te kunnen voeren. Hiermee wordt de norm- en taakstellende functie van de begroting geborgd. Het college stelt tweemaal per jaar een bestuursrapportage (Burap) vast over de voortgang en afwijkingen van de in de begroting opgenomen uitgangspunten. De in de Burap vermelde afwijkingen en ontwikkelingen worden vervolgens vertaald in een door het algemeen bestuur vast te stellen begrotingswijziging. De hier nu voorliggende tweede begrotingswijziging voldoet aan de hiervoor geldende criteria (rechtmatigheid, uitwerking besluiten van het algemeen bestuur en transparantie). Deze criteria zijn opgesteld in overleg met de commissie BMZ (nu Financiën en Algemene Zaken). De bijstellingen op de exploitatie en op de investeringsbegroting vloeien voort uit de tweede Burap van 2025, die gaat over de eerste acht maanden van het jaar.

Nieuw dit jaar is de rechtmatigheidsverantwoording die het college opstelt. In het kader daarvan geldt als onderdeel van de begrotingswijzing het volgende: de gehele prognose wordt vermeld en alleen afwijkingen in de prognose ten opzichte van de begroting die zich met een grote mate van zekerheid zullen voordoen, worden voorgesteld als begrotingswijziging. In Burap’s van eerdere jaren werden alleen die begrotingswijzigingen opgenomen en niet de gehele prognose. De prognose is toegevoegd aan de tabellen in deze rapportage. Hiermee voldoet HDSR aan artikel 10 van de verordening 108 Waterschapswet.

Voorgesteld besluit

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:

De 2e begrotingswijziging 2025 vast te stellen, waarbij:
1a. Het verschil tussen de netto kosten en belastingopbrengsten een positief resultaat van € 1,260 miljoen oplevert, dat is opgebouwd uit de volgende elementen:
1. Een verlaging van de rentekosten met € 600.000;
2. Een verlaging van de afschrijvingskosten met € 142.000;
3. Een verlaging van de personeelskosten exploitatie met € 424.000;
4. Een verlaging van de personeelskosten investeringsprojecten met € 1,400 miljoen;
5. Een verhoging van de overige kosten met € 1,130 miljoen;
6. Een verhoging van de bijdrage hoogwaterbeschermingsprogramma met € 205.000;
7. Een verhoging van de overige opbrengsten met € 1,019 miljoen;
8. Een verlaging van de geactiveerde personeelslasten met € 1,645 miljoen;
9. Een verlaging van de geactiveerde rente met € 200.000;
10. Een verhoging van de onttrekking aan de bestemmingsreserves met € 765.000;
11. Een verhoging van de belastingopbrengsten watersysteemheffing met € 90.000.

1b. Er per saldo een lagere onttrekking aan de egalisatiereserves plaatsvindt van € 1,260 miljoen, waarvan
€ 1,347 miljoen minder uit de tariefegalisatiereserve Watersysteemheffing en € 87.000 meer uit de tariefegalisatiereserve Zuiveringsheffing.

2 Voor onderstaande projecten de toegestane kredietoverschrijding omgezet wordt in toegekend krediet.
a. KRW 2016-2021 (M1610, M1620, M1630) voor € 140.000
b. WGP Langbroekerwetering (M4010) voor € 404.356
c. WGP Zegveld Oud-Kamerik (M4060) voor € 107.008
d. GOP Kunstw 2012-2016 (M4112) voor € 256.882
e. GOP REG.WK 2011-2020 (M4211) voor € 3,000 miljoen

De Waterschapswet (art. 109, lid 2) schrijft voor dat het algemeen bestuur één of meer accountants aanwijst als bedoeld in art. 393 eerste lid Boek 2 Burgerlijk Wetboek voor de controle van de in art. 103 van de Waterschapswet bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen.
De accountantscontrole over 2025 wordt wederom uitgevoerd door accountantskantoor Crowe Foederer Audit & Assurance met wie vanaf 2024 een meerjarig contract is afgesloten.

Met een controleprotocol worden controlekaders door het algemeen bestuur meegegeven aan de accountant. Het controleprotocol voor 2025 en 2026 is inhoudelijk anders dan voor 2024, omdat het afgeven van een verklaring over rechtmatigheid niet meer bij de accountant ligt, maar per 1 januari 2025 over is gegaan naar het college.

Voor de controle door de accountant is het verplicht een, door het algemeen bestuur vastgesteld, normenkader te hebben. Dit is een overzicht van alle relevante wet- en regelgeving die de accountant moet hanteren voor de controle van de jaarrekening. Ieder jaar wordt dit normenkader geactualiseerd. Vergeleken met vorige jaren heeft de organisatie het normenkader verduidelijkt en waar nodig geactualiseerd.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld:
1. Het Controleprotocol 2025-2026 (DM 2078533) vast te stellen.
2. Het Normenkader 2025-2026 (DM 2078534) vast te stellen.

Sinds april 2013 werken de waterschappen met een geharmoniseerd inkoop- en aanbestedingsbeleid. Op 6 juni jl. heeft de CBDF van de Unie van Waterschappen (Unie) het herziene inkoop- en aanbestedingsbeleid waterschappen 2025 vastgesteld, omdat uit een evaluatie door inkoopteams van de waterschappen de noodzaak bleek om het beleid te herzien.

Het herziene beleid 2025 legt de nadruk op de ambities en doelen die de waterschappen middels inkoop en aanbesteden willen behalen, waar het beleid uit 2016 nog vooral de nadruk had op sec juridische en organisatorische uitgangspunten. Het herziene beleid 2025 is volledig in lijn met de huidige, door het algemeen bestuur vastgestelde, doelstellingen van HDSR.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld het HDSR inkoop- en aanbestedingsbeleid Waterschappen 2016 (DM1149514) in te trekken.

Om het herziene inkoop- en aanbestedingsbeleid 2025 toe te kunnen passen binnen HDSR is bestuurlijke besluitvorming binnen onze organisatie noodzakelijk. Vanwege de nieuwe verordening ‘beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden’ is deze formele verantwoordelijkheid nu door gemandateerd aan het dagelijks bestuur. Op 4 november jl. heeft het dagelijks bestuur dan ook het herziene beleid 2025 inclusief het bijbehorende HDSR inkoop uitvoeringskader (de interne regels) vastgesteld. Aangezien het algemeen bestuur verantwoordelijk is voor de ambitie en doelstellingen van het waterschap waar het herziene inkoop- en aanbestedingsbeleid aan bijdragen, wordt het algemeen bestuur vanaf heden middels de bestuursrapportage (BURAP) jaarlijks geïnformeerd over wijzigingen in en de effecten van het inkoop- en aanbestedingsbeleid 2025. 

Het HDSR inkoop- en aanbestedingsbeleid 2016 is toentertijd vastgesteld door het algemeen bestuur waardoor het algemeen bestuur ook bevoegd is tot intrekking. Daarin voorziet deze besluitnota. Het herziene inkoop- en aanbestedingsbeleid 2025 treedt dan ook pas officieel in werking met ingang van de datum waarop het algemeen bestuur heeft besloten tot intrekking van het inkoop- en aanbestedingsbeleid 2016 over te gaan.

Voor u ligt de geactualiseerde langetermijnplanning van het AB voor het eerste kwartaal 2026 tot en met 2027 (bijlage A, DM 1971971). Met het oog op de projecten die de huidige bestuursperiode overstijgen, is ook een blok ‘volgende bestuursperiode’ opgenomen. De langetermijnplanning is onderverdeeld in strategische thema’s die aansluiten op het waterbeheerprogramma, het coalitieprogramma en de begroting.

De nota van toelichtingen voorziet in een leeswijzer bij de kolommen in de langetermijnplanning; in het bijzonder bij de aanvullingen en wijzigingen die op grond van deze actualisatieronde zijn opgenomen (Bijlage B, DM 2007105). De nota van toelichtingen biedt daarmee ook achtergrond en context bij de langetermijnplanning.

Het proces voor het actualiseren van de langetermijnplanning is ten opzichte van de vorige actualisatieronde (in juli 2025) verder aangescherpt en gestructureerd. In het als Bijlage C bijgevoegde stroomschema (DM 2052464) is het huidige proces weergegeven. De langetermijnplanning is voorafgaand aan behandeling in het AB twee keer besproken in de portefeuillehoudersoverleggen (in september en oktober 2025) en in het fractievoorzittersoverleg (op 3 september 2025). Zowel vanuit de portefeuillehoudersoverleggen als vanuit het fractievoorzittersoverleg zijn aanvullingen gekomen voor de langetermijnplanning. Daarna is de geactualiseerde versie aan het college voorgelegd.

Het algemeen bestuur wordt voorgesteld de geactualiseerde langetermijnplanning (DM 1971971), versie december 2025, vast te stellen.

Startnotitie en participatieplan worden ter consultatie voorgelegd aan de commissie Financiën en Algemene Zaken.

Het college legt de commissie de volgende consultatievragen voor:
Algemeen:
• Welke aandachtspunten geeft de commissie mee ten aanzien van de startnotitie (DM 2078774) en het participatieplan (DM 2078775)?

Specifiek Startnotitie (DM 2078774):
• Welke aandachtspunten geeft de commissie mee ten aanzien van de wijze waarop het algemeen bestuur betrokken wordt bij het opstellen van het nieuwe WBP?
• Welke aandachtspunten geeft de commissie mee ten aanzien van de uitganspunten voor het nieuwe waterbeheerprogramma? In het bijzonder:
o Voortzetten en verstevigen van de koers van het huidige WBP en werkwijze (stroomopwaarts en gebiedsgericht) aangepast aan nieuwe ontwikkelingen.
o Het WBP wordt een programma op hoofdlijnen met een gebiedsgerichte uitwerking.

Specifiek Participatieplan (DM 2078775):
• Welke aandachtspunten geeft de commissie mee ten aanzien van het werken met de dilemmalogica? De dilemmalogica is een methode die helpt om de communicatie bij lastige opgaven te verbeteren.
• Welke aandachtspunten geeft de commissie mee ten aanzien van het werken met vertegenwoordiging van georganiseerde maatschappelijke en belangengroepen in de participatie? Daarnaast sluiten we aan bij lopende gebiedsprocessen.
• Welke aandachtspunten geeft de commissie mee ten aanzien van het betrekken van externe partners op het niveau van ‘adviseren' van de participatieladder? Besluitvorming is aan het AB. Voorafgaande aan bijeenkomsten maken we dit voor onze partners helder.